Mor Gabriël verliest landerijen aan Turkse staat

Mor Gabriël verliest landerijen aan Turkse staat

Het Turkse hooggerechtshof heeft in het hoger beroep van het Assyrische klooster Mor Gabriël geoordeeld dat het christelijke klooster haar landerijen aan de Turkse ministerie van Financiën moet afstaan. De twee partijen strijden al vier jaar tegen elkaar inzake de grond rondom het gebedshuis. Wereldwijd is er door Assyriërs gechoqueerd gereageerd op het vonnis.

Een poppenkast, zo zou de rechtszaak nog het beste omschreven kunnen worden. Het begon allemaal in november 2008. De Assyrische gemeenschap werd opgeschrikt door het bericht dat de Turkse staat de landerijen rondom het oudste klooster ter wereld wilde innemen. De officiële verklaring hiervoor was dat de Republiek sinds 2005 kadastrale informatie in Zuidoost Turkije registreerde. Uit een Turks onderzoek bleek dat de grond rondom het klooster geen eigenaar had. De echte reden van de dreigende inname had echter te maken met het feit dat er nog steeds geen eind is gekomen aan de hetze tegen de christelijke minderheden van het land. Het Mor Gabriël klooster was en is namelijk door zowel wettelijke, belastingtechnische, historische als morele gronden de rechtmatige eigenaar van de landerijen. Dat heeft het Turkse hooggerechtshof er echter niet van weerhouden het klooster te bestempelen als ‘bezetter’ van de grond die al veertien eeuwen in haar bezit is en de Turkse staat als ‘landeigenaar’.

Geschiedenis
De confiscatie van eigendommen van niet-islamitische minderheden door de overheid of door derden is een jarenlange traditie in de Republiek. Het land wil namelijk, ondanks het onderteken van verdragen die minderheden in het land beschermen, de status quo behouden. Dat is een situatie waarin de rechten van de minderheden in het land niet worden aangepakt en zelfs worden ontkend en weggeschoven. Deze houding is direct verbonden met de heersende perceptie die in het verleden is gevormd. Er is namelijk al jaren een beeld van minderheden (die in het Turks gavur -ongelovigen- worden genoemd) dat zij geheime ambities hebben om de staat omver te werpen, de rijkdommen van het land stelen en bovendien ‘vijandig’ en ‘onbetrouwbaar’ zijn. De diepe sporen van dit gedachtegoed zijn terug te zien in uitspraken in het rechtssysteem en politiek beleid.

Reacties
De Assyrische gemeenschap in Nederland (30.000 personen) is erg geschrokken van het vonnis. De bisschop van de Syrisch-orthodoxe Kerk in Nederland zit in het buitenland en kon daarom niet reageren. De bewoners van het Mor Afrem klooster in Glane reageerden teleurgesteld en verdrietig op het bericht. Iedereen onthield zich van verder commentaar uit angst voor vergelding tegen de nonnen en monniken in het Mor Gabriël klooster. De Assyrische gemeenschap heeft de afgelopen jaren veel gelobbyd voor het gebedshuis om zo de Nederlandse overheid ervan te overtuigen iets te doen aan de situatie.
PvdA politica Attiya Gamri is geboren in het gebied rondom het Mor Gabriël klooster. In een reactie laat zij weten dat Turkije wederom heeft bewezen dat ze de oudste bewoners uit het gebied liever kwijt dan rijk is. ‘Het is bizar, in Nederland investeren wij veel in monumenten, oude gebouwen en koesteren we de identiteit van elke provincie. Helaas wordt er in Turkije maar aan één historie en identiteit waarde gehecht: De Turkse, de rest moet verdwijnen. Naast het vieren van 400 jaar betrekkingen met het land mag Nederland bijzonder kritisch zijn op wat er op dit moment in Zuidoost Turkije gebeurd.’