De Turkse organisatie van Circassianen en Lazen (OCLT) heeft de regering gevraagd de genocide van 1915 te erkennen. De OCLT kwam tot het besluit tijdens een conferentie over minderheden in het land.
Volgens de organisatie moet Turkije de gebeurtenissen rondom de Eerste Wereldoorlog erkennen en haar excuses aanbieden voor het plegen van genocide tegen de Assyriërs, Armenen en Grieken in 1915. Daarnaast moet de regering ook de deportatie van Circassianen in 1922 erkennen en de moordpartij in de stad Trakia in 1934.
Tijdens de genocide van 1915-1918 zijn 750 000 Assyriërs, 1,5 miljoen Armenen en 500 000 Grieken omgekomen.
De Belgische website www.kerknet.be bericht over het pleidooi van de Syrisch-orthodoxe aartsbisschop Timotheos Samuel Aktaş van het Mor Gabrielklooster in Turkije. Hij heeft zich, tijdens een bezoek aan Duitsland, beklaagd over de achterstelling van zijn geloofsgemeenschap in Turkije. ‘Onze gelovigen genieten niet alle burgerrechten. Daardoor zijn vooral in de jaren ’70 en ’80 vele Syrisch-orthodoxe gelovigen uitgeweken naar Europa en de Verenigde Staten. In Turkije daalde hun aantal tijdens die periode van 40.000 tot minder dan 3.000.’
De Nederlandse journalist Ludo Hekman ging voor het Nederlands Dagblad op bezoek bij de Chaldeeuwse aartsbisschop Louis Sako in Kirkuk en interviewde hem over de positie van de christenen in de stad en in heel Irak.
Kirkuk draait op olie en dat is vooral ’s avonds goed te zien, als je over de heuvels komt aanrijden en de vlammende torens van de oliewinning een vreemd licht over de stad werpen. Kirkuk is al jaren onrustig. Verschillende etnische groepen claimen de stad, vanwege die olie. Nu de Amerikanen zijn vertrokken loopt de spanning verder op. Als Irak op een burgeroorlog afstevent, zal die hier beginnen, zeggen analisten. Op straat zie je veel meer zwaarbewapende politie en beveiliging dan elders in Irak. Maar de Chaldeeuwse aartsbisschop in Kirkuk Louis Sako weigert bij de pakken neer te zitten en roept christenen op te blijven. ‘Dit is mijn land. Hier moeten we zijn. We zijn geen slachtoffer.’
